Jacco Verhaeren en Frits Philips geïnspireerd door Inner Game
DE KUNST VAN HET LOSLATEN; Jacco Verhaeren en Frits Philips laten zich inspireren door The Inner Game of tennis
LONDEN Pók. Twee werelden, twee uitersten vinden elkaar deze ochtend in die ene slag op golfbaan Welschap. Zwemcoach Jacco Verhaeren (43) put, Frits Philips (72), de jongste telg van het vermaarde Eindhovense geslacht, kijkt aandachtig toe. De kunst van het loslaten is de sleutel tot olympisch succes in Londen, zo klinkt het uit de mond van de oudste van de twee. In het hier en nu is er nooit iets aan de hand. Wel in het verleden. Of in de toekomst.
Philips haalt zijn inspiratie uit The Inner Game of tennis, het boek waarmee de Amerikaanse oud-tennisser Tim Gallwey in 1974 furore maakte als mentaal begeleider in de sport. Verhaeren op zijn beurt raakte geïnspireerd door de achterliggende gedachte die Philips graag met de wereld deelt.
The Inner Game gaat over het slechten van obstakels tussen de oren , verduidelijkt Philips. Als je waarneemt in het hier en nu en kijkt wat er gebeurt tijdens een handeling in de sport, gaat het lichaam vanzelf veranderingen aanbrengen. Op het moment dat je in die waarneming zit, maak je je nergens druk over. Omdat je niet bezig bent met denken over het nu of de toekomst, gaat de automatische piloot in ons onderbewustzijn vanzelf handelen.
Verhaeren: Mijn leven draait momenteel alleen om het aantal medailles dat tijdens de Spelen gehaald gaat worden. Het gaat over het eindresultaat, nooit over het proces. Maar met mijn zwemmers ben ik nóóit over medailles bezig. Sterker, in praat zelfs bijna nooit over de 50 of 100 vrij. Het gaat ook nooit over een tijd of over een resultaat. Dat is waar de werelden van Frits Philips en die van mij elkaar komen. Nadenken over resultaten heeft Louer een averechtse werking.
Als coach ben ik er dank zij Frits nog meer van doordrongen hoezeer willen presteren negatief werkt op het eindresultaat. Ik kan niet golfen, maar op de golfbaan heb ik aan den lijve gevoeld wat er gebeurt als ik alles los kan laten. Als ik waardevrij blijf en alleen in het hier en nu probeer waar te nemen wat ik aan het doen ben. Golf leent zich daar bij uitstek voor. Als je die hole ziet, denk je alleen maar: die bal moet erin. En nu moet je ineens anders denken.
Het gaat, benadrukt Philips, om de zogeheten Performance Triangle, de prestatiedriehoek. Aan de drie uiteinden staan de begrippen genieten , leren en presteren . Daaroverheen legt hij een andere denkbeeldige driehoek met de begrippen kiezen , waardevrij waarnemen en loslaten/vertrouwen . De synergie van die zes begrippen leidt tot het ultieme doel: ontspannen concentratie.
Philips: Waar het om gaat, is perfectie bereiken door in het moment waar te nemen. Dat krijg je pas wanneer je je onthecht van het resultaat en er puur op vertrouwt dat het goed komt. Om dat los te laten, heb je vertrouwen nodig.
Verhaeren: Sinds Frits mij kennis heeft laten maken met The Inner Game, sta ik anders langs het zwembad. In de trainingen stuur ik meer aan op het aansturen. Ik maak mensen attent op de waarneming en maak ze nóg bewuster van hun handelen. Dat laatste geldt overigens ook voor mezelf.
Op de vrije slag kun je uit theorieboeken halen wanneer je moet ademen. Dat is een valkuil. Het woord moet maakt duidelijk dat je dan niet met The Inner Game bezig bent. Je beter vragen stellen dan opdrachten geven. Waar zit je hand tijdens het ademhalen? Is dat prettig? Daarmee wil je hetzelfde zeggen: ik wil dat je eerder ademt. Je bereikt er alleen veel meer mee dan met het geven van een opdracht.
Philips: Doe-instructies roepen alleen maar twijfels op. Daarmee blokkeer je het proces en is het effect navenant.
Verhaeren: Toch blijft het loslaten voor sporters lastig. Die klok hangt nu eenmaal in het bad en de camera s langs het water registeren vrijwel alles. Mijn leven draait om honderdsten van seconden. Maar ik heb ik het er met mijn zwemsters nooit over.
Het gaat mij om de ene vraag: hoe kan ik de zwemmer laten voelen dat-ie het goed doet zonder continu op de klok te hoeven kijken? Anders werk je té resultaatgericht. Niet de klok, maar de slagfrequentiemeter is de laatste weken voor een groot toernooi als de Spelen mijn belangrijkste hulpmiddel. Ik geef ook altijd eerst de frequentie en dan pas de tijd door. Puur en alleen om de sporter bewust te maken dat die tijd een gevolg is van het proces.
Aan de ene kant wil je het proces tot op de millimeter controleren. Waar zit de verbetering? Maar als je die verbetering weet, is de vraag hoe je die vervolgens teweeg kunt brengen. Dat kunstje doen valt op zich nog wel mee. Maar dat kunstje doen als het spannend wordt, dát is de ultieme uitdaging.
Iets aanleren lukt het best wanneer je als atleet geniet. Daarom moet je tijdens een wedstrijd, hoe belangrijk ook, zien dat je jezelf de ruimte geeft om te genieten. Alleen dan kun je presteren. Het wordt topsporters door de buitenwacht vaak kwalijk genomen als ze zeggen dat ze tijdens een toernooi willen genieten. Ik zeg juist: geniet in Londen van iedere seconde.
Philips: Alleen dan worden prestaties je als een toegift in de schoot geworpen.
- De Telegraaf, 24-07-2012