8 jaar geleden was ik op zoek naar een tenniswijze die overeenkwam met dingen die ik geleerd had over bewegen: ontspannen, niets doen, niet je best doen, het laten gebeuren en het ervaren van vitaliteit in je lichaam. Volledig overtuigd van de kloppendheid van de bewegingen en mijn vooruitgang ging ik tegen de stroom in om te laten zien dat dit veel beter werkt dan wat je bij ieder ander leert.
Na een aantal jaren had ik de techniek voor de forehand backhand en de service onder de knie en was mijn niveau verhoogd. Ik moet zeggen dat ik al zelfstandig kon spelen waardoor ik niet de hand van mijn tennisleraar hoefde vast te houden. Ik was in staat om zelfstandig te oefenen.
Qua lesgeven was ik niet helemaal tevreden, want niemand kwam tot het niveau waar ik was. Ik verdiepte het tennis nog meer. Buiten het tennis ontdekte ik mijn ware zelf en ik zag gelijk de vertaling naar tennis.
Ik ben op mezelf (in stilte alleen zijn) als ik aan het oefenen ben en tegelijkertijd ben ik in contact met “de ander”. Deze 2 dansen in contact met mezelf en de ander is ook wat in het dagelijkse leven speelt.
We verleggen ons geluk altijd naar de toekomst en iets buiten onszelf. Dat kan zijn in een relatie, materie, een partner, sport, werk, het winnen van een wedstrijd, etc. We ontlenen daaraan ons zelfbeeld. En dat zelfbeeld is wankel en illussionair.
Wat ik ontdekte was het genieten van het huidige moment en het onvoorwaardelijk ontmoeten van elkaar. Durven we onze kwetsbaarheid bloot te leggen, in het diepe te stappen en geen controle uit te oefenen.
Kunnen en durven we elkaar onvoorwaardelijk ontmoeten in dit moment?
Ik wil graag in deze stroom leven. Samen zijn is heilig en kostbaar en het is het enige wat we hebben.
Natuurlijk ga je hierdoor beter tennissen, hoe paradoxaal dat ook moge klinken.