‘Nederland is begraafplaats tennistalent’

Volkskrant: Van onze verslaggever Robèrt Misset − 09/10/08, 05:16

In vele gedaanten heeft Felix Kaplan de maatschappij een spiegel voorgehouden. Als coach van tenniskampioene Nicole Jagerman, aan de Universiteit van Leiden, waar hij Slavische Taal- en Letterkunde en Ruslandkunde doceerde en onder het pseudoniem Kirill Gradov als auteur….

Volg een training van de 62-jarige Kaplan en zijn assistent Patrick Baijards en in hun eerste opdracht ligt meteen de essentie van ‘Kaplanetics’ besloten. ‘Sla de bal nooit over het net.’ Die paradox wordt snel opgelost. Kaplan: ‘In mijn methode staat het bewegen centraal. Eerst moet de beweging worden ontwikkeld en verfijnd. Zo creëer je meer rally’s en vastheid. Je moet die beweging eindeloos herhalen en dat is meteen het grootste probleem in de tennistraining.

‘Ik constateer bij de jeugd enorm veel armcorrecties bij het slaan van de bal. Ik richt me juist op het voetenwerk. Wat doen de beste spelers ter wereld als ze een beslissend punt niet mogen verliezen? Ze staan stil, kruipen achter de bal en bewegen niet. De forehand van Federer is het beste voorbeeld.’

De basis van Kaplanetics is zekerheid bieden aan de speler. ‘Je kweekt een gezond mens als je hem een nullijn geeft’, aldus Kaplan op het Amsterdamse tennispark Amstelpark. ‘Met mijn methode kan hij de bal duizenden keren heen en weer slaan zonder na te denken. Hij zakt nooit door de bodem.’

De basisprincipes van Kaplan: ‘Leer niet meteen het punt te scoren, speel als kind niet te aanvallend. Niet instappen voor het slaan, eerst de bal in het spel houden op basis van je techniek. De speler moet inademen voor de slag en daarna uitademen, zo focust hij zich op de techniek.’

Kaplan liet zich inspireren door elementen uit Tai-Chi, bewegingen uit de vechtkunst zoals de Chinezen die bij hun ochtendgymnastiek toepassen. ‘Ik probeer mensen zo in balans te krijgen dat ze als in het Tai-Chi een innerlijke glimlach produceren. In Kaplanetics is het lichaam de bron van alles.’

Kaplan ontdekte dat zelfs de filosoof Hegel al over tennis schreef. En het zenboeddhisme leerde hem dat tennis verlichting kan bieden. ‘Als je de beweging eindeloos blijft herhalen, beleef je een bijna mystieke ervaring. In mijn methode krijgt het tennis ook een therapeutisch karakter. Mensen van 50 kunnen bij ons de sport leren, ook de minkukel schrijven wij niet af.’

Hij wil ‘Kaplanetics’ geen revolutie noemen. Kaplan: ‘Ik ben nu veel meer theoreticus dan vroeger, ik beschouw mezelf als ideeëngenerator. Het tennis heeft me als immigrant in Israël en later in Nederland een bestaan gegeven, het is tijd om iets terug te geven. Maar in Nederland wordt niet met vernieuwende ideeën gewerkt.

‘Niemand steunt de romanticus die op idealistische wijze de sport benadert. Nederland is soms een Sovjet-Unie in het klein. Met mij werden diverse docenten aan de Universiteit van Leiden met de vut gestuurd. De gevolgen zijn dramatisch. De vakgroep Slavische Taal en Letterkunde leidt nu een kwijnend bestaan.’

In de tennissport gaat het nauwelijks beter, stelt Kaplan. ‘De trainers kunnen geen kwaliteit leveren, omdat het te veel geld kost. In de tennisscholen wordt steevast met groepen gewerkt, terwijl talenten alleen met privétraining en videoanalyse op een hoger niveau kunnen worden gebracht.

‘Welke principes hanteren ze? Een bal over het net wordt als de ultieme succeservaring beschouwd. Maar we dringen niet door tot de essentie: hoe zorg je ervoor dat mensen de bal als vanzelf over het net slaan?

‘Door de verkeerde opleiding falen onze junioren als ze de stap maken naar het seniorencircuit. Nederland is een begraafplaats voor talent. Ik heb ze bij bosjes gezien: ouders met dollartekens in de ogen. Het is tijd om te analyseren waarom al die talenten tussen de wal en het schip zijn gevallen.’

Volgens Kaplan is het grootste probleem van de KNLTB de gebrekkige rolverdeling. ‘Rohan Goetzke is een fantastische coach. Maar als technisch directeur kan hij de kar niet trekken. Waar is de visie van de KNLTB, het Masterplan? Davis Cupcaptain Jan Siemerink, Hugo Ekker als coach Jong Oranje; het zijn uitvoerders, geen visionairs.

‘Je ziet bij de bond opnieuw het Sovjet-effect: de bewindvoerders luisteren alleen naar hun eigen stem. En ze horen alleen de dingen die ze willen horen. Wie hardop zegt dat de promotie van het Nederlandse team naar de wereldgroep alleen te danken is aan een gouden loting, wordt genegeerd.

‘Wat gaan we dan doen in Argentinië tegen Nalbandian en Del Potro? En wat kost die kansloze missie? Ik heb deze generatie allang afgeschreven. De jongens slaan hard en letten niet op hun techniek. Die voortdurende armcorrectie nekt ze, ze moeten hun bewegingen telkens opnieuw uitvinden.’

Kaplan roept de bond op een denktank te formeren, die ruimte laat voor kritiek. ‘Wat doen de topmanagers? Ze zoeken binnen een bedrijf de querulanten op. Je meet de kracht van een land af aan de kracht van de oppositie. In Rusland is die er niet, waardoor Poetin een schertsfiguur als Medvedev tot president kon laten benoemen. Zo werkt het bij de KNLTB ook. Er is geen oppositie, ik hoor geen tegengeluiden.’

Serviceoefeningen

Service

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4,5,6,7

Neem tenniscoaching!

Oefeningen ter ontwikkeling en verbetering van de service

Ballengooien:

Lus met racket:

De opgooi:

Deze informatie kun je alvast in de praktijk brengen. Als je meer wilt weten, maak dan een afspraak voor op de baan!

De bal is gewoon buiten de lijnen

Een aantal jaar geleden tijdens een les zei mijn leraar eens iets interessants. “Dat je de bal uit slaat, betekent helemaal niets”. We genieten ervan als we de bal inslaan en laten onze emotionele staat beinvloeden door een bal die uitgaat. Vervolgens gaan we analyseren wat er fout ging en doen we de beweging na hoe we hebben hadden moeten slaan. Het is een raar fenomeen hoe vele tennissers dat doen.

Dat analyseren is misschien niet vreemd want als we naar Studio Sport kijken dan wordt er overgeanalyseerd. En die lui die daar zitten verdienen veel geld met laat ik het gewoon zeggen gepraat om niets.Het heeft feitelijk niets met de wedstrijd te maken die al lang afgelopen is. Wat mensen doen is of terug gaan naar het verleden of ze verwachten een mooiere toekomst. Die toekomst is altijd weg van het heden. In het boek de Tao van Poeh spreekt men ook wel over Diruk Goutrug die altijd maar druk is en zoekt naar de grote Beloning (het doel).

Zo is het ook in het tennis. Succesbeleving wordt behaald als we maar de bal willekeurig over het net krijgen. Aan het doel om de bal er willekeurig over te krijgen(de toekomst) wordt meer prioriteit toegekend dan het huidige moment. In de psychologie noemen we dat lijden (“waiting for a better experience”).

Bij Ik Tennis is de focus gericht op de beweging, die er vanzelf voor zorgt dat de bal over het net gaat. Je hoeft derhalve niet bezig te zijn met het doel.

Het enige wat we hebben is de ervaring van het huidige moment en dat willen we graag plezierig bleven. Dat huidige moment beleven heeft te maken met de mate van aandacht. Waar ligt de aandacht? Bij IK Tennis gaan we ervan uit dat we een lichaam hebben en niet dat we het lichaam zijn.Immers het lichaam kunnen we waarnemen. Dat lichaam is echter wel belangrijk. Door ons te focussen op bewegingswetten creeeren we een ontspannen natuurlijke beweging die herhaalbaar, foutloos en kwaliteitsvol is. De bal gaat automatisch over het net. Door synchroon te bewegen, focussen we ons op de ontspanning in plaats van continu druk die bal maar moeten te verwerken. Het verwerken van een bal op willekeurige wijze noemen we parasitaire bewegingen.

Om even terug te komen op het geven van commentaar op je slagen. Het enige wat er gebeurt is dat de bal geslagen wordt. De bal valt binnen of buiten de lijnen. Als hij buiten de lijnen is denken we dat we iets verkeerd gegaan hebben, analyseren we hoe het kwam en of laten we een overschilligheid zien.

Herken je dit ook?

In een volgende blog ga ik meer in op de mentale wereld van het tennis en hoe je op een andere manier naar de ervaring van het nu kunt kijken……

Het spelen van wedstrijden

Afgelopen zaterdag heb ik sinds tijden (een jaar geleden) weer eens een competitiedag meegemaakt. Dat wedstrijden spelen wat anders is dan trainen dat is me wel duidelijk. Ik bemerkte doordat we op gravel speelden en ik spinballen te verwerken kreeg, dan ik telkens moest corrigeren en parasitaire bewegingen moest maken met spierpijn als gevolg. Met andere woorden mijn conditie was niet toereikend om goed achter de bal te komen op dit niveau.

Het bijzondere van mijn single was dat ik pas vanaf dat ik matchpoints tegen kreeg mijn best ging doen. Ik zag er de lol wel van in. Ik kreeg er meer dan 8 tegen en won toch de set na 2-5 achter met 7-6. Daarna poogde ik wat vrijer te serveren en meer voluit te gaan.Ik bemerk in mezelf nog wel een defensieve houding bij mijn forehand. Ik poog meer uit mijn holletje te komen, maar dat wil nog niet helemaal zoals ik het wil. Ik wil graag iets aanvallender spelen met als risico dat ik dan maar wat meer fouten maak.

Over mijn eerste service was ik niet zo tevreden tijdens de single, de tweede service ging wel goed. Het is toch van belang druk uit te oefenen op je tegenstander door je eerste service in te slaan. Bovendien scheelt het een hoop energie.

De dubbel was ook een interessante ervaring.Ik speelde met iemand die ook geen dubbelspeler is. We speelden tegen twee spelers die eigenlijk van ons moesten winnen, maar we wonnen vrij gemakkelijk met 6-1 en 6-4. Het bijzondere was dat een van de spelers zo boos op zichzelf werd en als gevolg van zijn fouten zich ging ergeren aan dat ik de service ook als hij uit is terugsla. Ik ben daar niet bewust van, het is een onbewust automatisch patroon. In ieder geval ging hij er zich nog meer ergeren. Als hij denkt dat ik er iets aan kan doen, dan raakt hij dus van streek.Ik diende hem van repliek door te zeggen dat hij verantwoordelijk was voor zijn eigen gevoel. Ook dat was weer een stap vooruit qua assertiviteit.

Ik had lol in het spelen, maar 2 anderen waren te serieus met de grote beloning bezig. De eerste service ging nu wel lekker. Ik sloeg hem voluit. Al met al een interessante beleving.

Wat ik toch minder fijn aan het competitiespelen vind, is de ontmoeting tussen twee teams. Ik vraag me weleens af of niet iedereen als een soort van last ervaart. In “mijn eigen” team gaat het bijvoorbeeld altijd over het verleden en worden verhalen uit de oude doos uitgewisseld. En het vertellen van verhalen over vroeger, wat er gisteren gebeurd is, het bijhouden van je rating gaat volledig voorbij aan wat er in dit moment is. Het enige wat er is, is dit moment en daar kun je van genieten:

“To live life in a beautiful way
All we can give each other is our attention.
What is your quality of attention?”

Isaac Shapiro

Als je meer inzicht op een basaal niveau wilt verkrijgen over het omgaan met gedachtes, emoties en gevoelens: