De kunst van het samenspelen staat gelijk aan de kunst van het relateren, het in relatie gaan. Allereerst het verwoorden wat er binnenin jou leeft, wat er gevoeld kan worden. Dit voelen kun je delen met een partner een vriend en of vriendin. Dit delen van wat er in je leeft houdt de verbinding in stand. En feitelijk dat alles er gewoon mag zijn. Dat je toestaat dat je positieve gevoelens ervaart en negatieve gevoelens ook mag ervaren en dat ze er mogen zijn zonder oordeel.
Dit oordelen vindt ook op de tennisbaan plaats. Constant geven de muppets in je hoofd commentaar op wat er gebeurt. Kijk eens of je jezelf de gelegenheid kunt geven om de gedachtes alleen waar te nemen en te zien dat ze komen en gaan. Vervolgens richt je je weer op de ontspanning. Breng je mondhoekjes omhoog en verzacht van binnen. Als je heel subtiel aandacht gaat geven aan het lichaam zul je merken dat bij oordelen je systeem verkrampt. We hebben het parasympatisch zenuwstelsel en het sympatische zenuwstelsel. In ontspanning blijven betekent dat het parasympatisch zenuwstelsel actief is. Als er vluchten vechten of ergens vanaf willen optreedt is het sympatische zenuwstelsel actief. Door teveel denken en stress kom je terecht in het sympatische zenuwstelsel.
Als ik mijn leerlingen hoor die veelal van het niveau 9,8,7 zijn dan bemerken ze opeens als ze aan het oefenen zijn met andere mensen, dat het niet fijn speelt. Andere tennissers zijn gericht op scoren in plaats van te groeien in hun tennisspel. Scoringsgedrag en haantjesgedrag voert de boventoon. Te denken dat deze mensen anders kunnen dan ze doen resulteert in het ontstaan van een “upset”(een van streek zijn).
Hoe ik het ontdekt hebt is door je iets aan te passen je de ander de gelegenheid geeft om ook te groeien. Je oefent samen. Het is een samenspel, een dans tussen twee mensen die elkaar ten dienste staan ten behoeve van het plezier en de groei en ontwikkeling van het tennisspel.
En als er een dans en de ander is gericht op een doel dan kunnen we elkaar niet ontmoeten. We zijn teveel gericht op een afgescheiden wereldbeeld. Een dualistische focus gericht op objecten.
Waar we onze aandacht op richten dat is wat er verschijnt. We kunnen naar objecten kijken, maar ook vanuit het subject. Vanuit het subject elkaar zien is elkaar ontmoeten en de schoonheid van elkaar zien. Je wordt gezien en mag er zijn zoals je bent. Zoiets van ik ben ok jij bent ok.
Eerst leren samenspelen is de prioriteit in tennis. Tennis wordt een therapie, maar therapie wil ik het niet noemen. Het is een ontdekkingsreis in jezelf en in relatie met de ander. Het is in de beweging een rustpunt ervaren en meegeven aan die beweging.
Dat rustpunt is ook te vinden in ons dagelijks bestaan. Simpelweg door er stil bij te staan. Samen stil zijn en bemerken wat er wil.
Elkaar ontmoeten als subject is ons niet aangeleerd. Het is een ontmoeting van binnenuit naar buiten. Stel je ogen als gaten voor en laat het licht in je hart naar binnenkomen. Laat het geluid in je binnenkomen, geuren, gevoel van de zon, zicht van de lucht om je heen.
Degene die voor je staat kun je ook zo binnenlaten. Zo wordt degene een ervaring in jou. Alles wat je tegenkomt in je leven is een ervaring in jou. Een ervaring die komt en gaat. Elk moment is nieuw, elke dag is nieuw.