TAO Tennisweekend vrijdag 7 t/m zondag 9 augustus
• Genieten van de beweging
• Het resultaat als vanzelf vooruit zien gaan.
• Zonder blessures spelen
• Ontdek de relatie tussen Qi Gong oefeningen, inzichten uit de TAO en tennis:
• Bewegen en vanuit het lichaamscentrum.
• Ritmisch en synchroon gecontroleerd bewegen.
• Hoe je de Innerlijke glimlach toepast.
• Ervaren hoe je vanuit niet doen kracht en ontspanning toepast.
TAO:
-Je niet inmengen, zaken niet forceren, maar de dingen naar hun natuur laten werken, waaruit de resultaten op een natuurlijke wijze, als vanzelf, voortvloeien. Letterlijk is het: doen door niet te doen; ‘de wijze doet niet, maar niets blijft ongedaan’.
-Harmonie, niet-vechten, rust, geluk. Het is gewoon te simpel, te eenvoudig, te vanzelfsprekend.
-Laat de dingen op je af komen en probeer de zaken niet te forceren
-Handel in harmonie met je innerlijke natuur en met de grote natuurwetten.
Heel vanzelfsprekende dingen
Qigong is een onderdeel van de Chinese bewegingsleer en TCM (Chinese geneeskunde), die men zich aanleert, om de lichamelijke en geestelijk gezondheid te behouden en te verbeteren. De Qi Gong oefenen zijn gebaseerd op de TAO.
In dit weekend gaan we op onderzoek naar de relatie tussen tennis, tao en qi gong. Je zult aanzienlijk beter gaan spelen en je plezier gaan vinden in de beweging in plaats van bezig zijn met zaken als in en uit.
Programma
Vrijdag
16.30-18.00
Diner
19.30-21.00
Zaterdag
10.00-12.30 u
Lunch
14.00-15.30 u
Zondag
10.00-12.30 u
129 euro p.p. inclusief eten, video en eten.
Locatie: Tennisvereniging Zaanstad Zuid te Zaandam
Opgave via patrickbaijards@gmail.com. Degene die zich inschrijft voor 31 juli betaalt slechts 75 euro.
Als je ‘s morgens wakker wordt, Pooh”, zei Piglet op het laatst, ”wat denk je dan als eerste bij jezelf?”
“Wat krijg ik op mijn boterham?” zei Pooh. “En jij, Piglet, wat denk jij bij jezelf?
“Ik zeg tegen mezelf, ik ben benieuwd wat er vandaag allemaal voor spannends gaat gebeuren”, zei Piglet.
Pooh knikte bedachtzaam.
“Precies hetzelfde,” antwoordde hij.
“Wat is dat?” zei de hardnekkige gast van zoëven.
“Wijsheid van een Westerse Taoïst, antwoordde ik.
“Het klinkt als iets uit Winnie-the-Pooh” zei hij.
“Dat klopt, zei ik”
“Maar dat gaat niet over het Taoïsme”, zei hij.
“O, jawel”, zei ik weer.
“Niet waar”, zei hij.
“Waar denk jij dan dat het over gaat?”, vroeg ik hem.
“Het gaat over dat koddige beertje dat zo’n beetje rondloopt, gekke vragen stelt, liedjes verzint, en allerlei avonturen beleeft, zonder ooit maar een beetje degelijke kennis op te doen of ook maar iets van zijn nogal argeloze vrolijkheid te verliezen”, zei hij. “Daar gaat het over”.
“Precies hetzelfde”, antwoordde ik.”
(Benjamin Hoff, The Tao of Pooh)